Genesis 39:19-23
Jozef gevangen
- En het geschiedde, als zijn heer de woorden zijner huisvrouw hoorde, die zij tot hem sprak, zeggende: Naar deze zelfde woorden heeft mij uw knecht gedaan, zo ontstak zijn toorn.
- En Jozefs heer nam hem, en leverde hem in het gevangenhuis, ter plaatse, waar des konings gevangenen gevangen waren; alzo was hij daar in het gevangenhuis.
- Doch de Heere was met Jozef, en wende Zijn goedertierenheid tot hem; en gaf hem genade in de ogen van den overste van het gevangenhuis.
- En de overste van het gevangenhuis gaf al de gevangenen, die in het gevangenhuis waren, in Jozefs hand; en al wat zij daar deden, deed hij.
- De overste van het gevangenhuis zag gans op geen ding, dat in zijn hand was, overmits dat de Heere met hem was; en wat hij deed, dat deed de Heere wel gedijen.
Ga naar hoofdstuk 38 of hoofdstuk 40.