Bijbelboeken

Hoofdstukken:1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50

Genesis 15:1-6


    Belofte aan Abram

  1. Na deze dingen geschiedde het woord des Heeren tot Abram in een gezicht, zeggende: Vrees niet, Abram! Ik ben u een Schild, uw Loon zeer groot.
  2. Toen zeide Abram: Heere, Heere! wat zult Gij mij geven, daar ik zonder kinderen heenga en de bezorger van mijn huis is deze Damaskener Eliezer?
  3. Voorts zeide Abram: Zie, mij hebt Gij geen zaad gegeven, en zie, de zoon van mijn huis zal mijn erfgenaam zijn!
  4. En ziet, het woord des Heeren was tot hem, zeggende: Deze zal uw erfgenaam niet zijn; maar die uit uw lijf voortkomen zal, die zal uw erfgenaam zijn.
  5. Toen leidde Hij hem uit naar buiten, en zeide: Zie nu op naar den hemel, en tel de sterren, indien gij ze tellen kunt; en Hij zeide tot hem: Zo zal uw zaad zijn!
  6. En hij geloofde in den Heere; en Hij rekende het hem tot gerechtigheid.


Ga naar of .




Toon volledig hoofdstuk
Toon nummering: naast | in tekst | niet
Verander tekstgrootte: vergroten | verkleinen | herstellen (momenteel 10pt)
Vergroot leesbaarheid is uitgeschakeld: inschakelen | Achtergrond uit.
Deze pagina afdrukken
Openen als MS-Word-document
Openen als PDF-document