Bijbelboeken

Filippenzen 1:12-26

Vruchten van Paulus' gevangenschap

12 En ik wil, dat gij weet, broeders, dat hetgeen aan mij is geschied, meer tot bevordering van het Evangelie gekomen is;13 Alzo dat mijn banden in Christus openbaar geworden zijn in het ganse rechthuis, en aan alle anderen;14 En dat het meerder deel der broederen in den Heere, door mijn banden vertrouwen gekregen hebbende, overvloediger het Woord onbevreesd durven spreken.15 Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid.16 Genen verkondigen wel Christus uit twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen;17 Doch dezen uit liefde, dewijl zij weten, dat ik tot verantwoording van het Evangelie gezet ben.18 Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden.19 Want ik weet, dat dit mij ter zaligheid gedijen zal, door uw gebed en toebrenging des Geestes van Jezus Christus.20 Volgens mijn ernstige verwachting en hoop, dat ik in geen zaak zal beschaamd worden; maar dat in alle vrijmoedigheid, gelijk te allen tijd, alzo ook nu, Christus zal groot gemaakt worden in mijn lichaam, hetzij door het leven, hetzij door den dood.21 Want het leven is mij Christus, en het sterven is mij gewin.

22 Maar of te leven in het vlees, hetzelve mij oorbaar zij, en wat ik verkiezen zal, weet ik niet.23 Want ik word van deze twee gedrongen, hebbende begeerte, om ontbonden te worden en met Christus te zijn; want dat is zeer verre het beste.24 Maar in het vlees te blijven, is nodiger om uwentwil.25 En dit vertrouw en weet ik, dat ik zal blijven, en met u allen zal verblijven tot uw bevordering en blijdschap des geloofs;26 Opdat uw roem in Christus Jezus overvloedig zij aan mij, door mijn tegenwoordigheid wederom bij u.

Ga naar of .


Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken