Deuteronomium 16:18-22
Over rechters en ambtlieden
Heere, uw God, u geven zal, onder uw stammen; dat zij het volk richten met een gericht der gerechtigheid.
Rechters en ambtlieden zult gij u stellen in al uw poorten, die deGij zult het gericht niet buigen; gij zult het aangezicht niet kennen; ook zult gij geen geschenk nemen; want het geschenk verblindt de ogen der wijzen, en verkeert de woorden der rechtvaardigen.
Heere, uw God, geven zal.
Gerechtigheid, gerechtigheid zult gij najagen; opdat gij leeft, en erfelijk bezit het land, dat u deHeeren, uws Gods, dat gij u maken zult.
Gij zult u geen bos planten van enig geboomte, bij het altaar desHeere, uw God, haat.
Ook zult gij u geen opgericht beeld stellen, hetwelk de