Bijbelboeken

2 Koningen 17:1-5

Hoséa, laatste koning van Israël

1 In het twaalfde jaar van Achaz, den koning van Juda, werd Hosea, de zoon van Ela, koning over Israel te Samaria, en regeerde negen jaren.2 En hij deed dat kwaad was in de ogen des Heeren; evenwel niet, als de koningen van Israel, die voor hem geweest waren.3 Tegen hem toog op Salmaneser, koning van Assyrie; en Hosea werd zijn knecht, dat hij hem een geschenk gaf.4 Maar de koning van Assyrie bevond een verbintenis in Hosea, dat hij tot So, den koning van Egypte, boden gezonden had, en het geschenk aan den koning van Assyrie niet als te voren van jaar tot jaar opbracht; zo besloot hem de koning van Assyrie, en bond hem in het gevangenhuis.5 Want de koning van Assyrie toog op in het ganse land; ja, hij kwam op naar Samaria, en hij belegerde haar drie jaren.

Ga naar of .


Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken