Bijbelboeken
1 Petrus 5:1-14
Plichten der ouderlingen
- De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling, en getuige des lijdens van Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden:
- Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, maar gewilliglijk; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed;
- Noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren, maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde.
- En als de overste Herder verschenen zal zijn, zo zult gij de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid behalen.
Vermaning tot nederigheid
- Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt allen elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid bekleed; want God wederstaat de hovaardigen, maar den nederigen geeft Hij genade.
- Vernedert u dan onder de krachtige hand Gods, opdat Hij u verhoge te Zijner tijd.
- Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u.
- Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden;
- Denwelken wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt.
Wensen en groeten
- De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig tijds zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, en fondere ulieden.
- Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen.
- Door Silvanus, die u een getrouw broeder is, zo ik acht, heb ik met weinige woorden geschreven, vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige genade Gods, in welke gij staat.
- U groet de medeuitverkorene Gemeente, die in Babylon is, en Markus, mijn zoon.
- Groet elkander met een kus der liefde. Vrede zij u allen, die in Christus Jezus zijt. Amen.
Ga naar hoofdstuk 4 of 2 Petrus 1.