<- Gezang 31 | Gezang 32 |
Gezang 33 ->Gezang 32:1
1
O hoofd, bedekt met wonden,
belaan met smart en hoon,
o hoofd, ten spot ombonden
met ene doornenkroon,
eertijds gekroond met stralen
van meer dan aardse gloed,
waarlangs nu drupp'len dalen:
'k breng zeeg'nend U mijn groet!