Psalmen

Gezang 251:1

1
Hoe blinkt g', o morgenster, zo schoon,
en straalt ons tegen van Gods troon,
vol waarheid en genade!
Gij Davidszoon, die t' allen tijd
mijn bruidegom, mijn koning zijt,
Gij komt mijn ziel te stade:
gunstrijk,
vriend'lijk,
schoon en heerlijk,
steeds begeerlijk,
mild in 't geven,
rijk en machtig, hoog verheven!

<- Gezang 250 | Gezang 251 | Gezang 252 ->

Toon nummering: naast | in tekst | niet