Jozua 24:29-33
Jozua's dood
Heeren, stierf, oud zijnde honderd en tien jaren. En het geschiedde na deze dingen, dat Jozua, de zoon van Nun, de knecht des En zij begroeven hem in de landpale zijns erfdeels, te Timnath-serah, welke is op een berg van Efraim, aan het noorden van den berg Gaas.Heere al de dagen van Jozua, en al de dagen van de oudsten, die lang na Jozua leefden, en die al het werk des Heeren wisten, hetwelk Hij aan Israel gedaan had. Israel nu diende den Zij begroeven ook de beenderen van Jozef, die de kinderen Israels uit Egypte opgebracht hadden, te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk Jakob gekocht had van de kinderen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds, want zij waren aan de kinderen van Jozef ter erfenis geworden. Ook stierf Eleazar, de zoon van Aaron; en zij begroeven hem op den heuvel van Pinehas, zijn zoon, die hem gegeven was geweest op het gebergte van Efraim.
Ga naar hoofdstuk 23 of Richteren 1.