Bijbelboeken

Jeremia 23:1-4

Wee over de slechte herders

1 Wee den herderen, die de schapen Mijner weide ombrengen en verstrooien! spreekt de Heere.2 Daarom zegt de Heere, de God Israels, alzo van de herderen, die Mijn volk weiden: Gijlieden hebt Mijn schapen verstrooid, en hebt ze verdreven, en hebt ze niet bezocht; ziet, Ik zal over u bezoeken de boosheid uwer handelingen, spreekt de Heere.3 En Ik zal het overblijfsel Mijner schapen Zelf vergaderen uit al de landen, waarhenen Ik ze verdreven heb; en Ik zal ze wederbrengen tot hun kooien, en zij zullen vruchtbaar zijn, en vermenigvuldigen.4 En Ik zal herderen over hen verwekken, die ze weiden zullen; en zij zullen niet meer vrezen, noch verschrikt worden, noch gemist worden, spreekt de Heere.

Ga naar of .


Toon nummering: naast | in tekst | niet
Deze pagina afdrukken