Bijbelboeken

Exodus 9:8-12

Zesde plaag. Zweren

Toen zeide de Heere tot Mozes en tot Aaron: Neemt gijlieden uw vuisten vol as uit den oven; en Mozes strooie die naar den hemel voor de ogen van Farao. En zij zal tot klein stof worden over het ganse Egypteland; en zij zal aan de mensen, en aan het vee worden tot zweren, uitbrekende met blaren, in het ganse Egypteland. En zij namen as uit den oven, en stonden voor Farao's aangezicht; en Mozes strooide die naar den hemel; toen werden er zweren, uitbrekende met blaren, aan de mensen en aan het vee; Alzo dat de tovenaars voor Mozes niet staan konden, vanwege de zweren; want aan de tovenaars waren zweren, en aan al de Egyptenaren. Doch de Heere verstokte Farao's hart, dat hij naar hen niet hoorde, gelijk de Heere tot Mozes gesproken had.

Ga naar of .


Toon nummering: naast | in tekst | niet