Bijbelboeken

Deuteronomium 23:1-8

Wie in de vergadering des HEEREN niet mochten komen

Die door plettering verwond of uitgesneden is aan de mannelijkheid, zal in de vergadering des Heeren niet komen. Geen bastaard zal in de vergadering des Heeren komen; zelfs zijn tiende geslacht zal in de vergadering des Heeren niet komen. Geen Ammoniet, noch Moabiet zal in de vergadering des Heeren komen; zelfs hun tiende geslacht zal in de vergadering des Heeren niet komen tot in eeuwigheid. Ter oorzake dat zij ulieden op den weg niet tegengekomen zijn met brood en met water, als gij uit Egypte uittoogt; en omdat hij tegen u gehuurd heeft Bileam, den zoon van Beor, van Pethor uit Mesopotamie, om u te vloeken. Doch de Heere, uw God, heeft naar Bileam niet willen horen; maar de Heere, uw God, heeft u den vloek in een zegen veranderd, omdat de Heere, uw God, u liefhad. Gij zult hun vrede en hun best niet zoeken, al uw dagen in eeuwigheid. Den Edomiet zult gij voor geen gruwel houden, want hij is uw broeder; den Egyptenaar zult gij voor geen gruwel houden want gij zijt een vreemdeling geweest in zijn land. Aangaande de kinderen, die hun zullen geboren worden in het derde geslacht, elk van die zal in de vergadering des Heeren komen.

Ga naar of .


Toon nummering: naast | in tekst | niet