Deuteronomium 15:19-23
Heiliging der eerstgeborenen van het vee
Heere, uw God, heiligen; gij zult niet arbeiden met den eerstgeborene van uw os, noch de eerstgeborene uwer schapen scheren. Al het eerstgeborene, dat onder uw runderen en onder uw schapen zal geboren worden, zijnde een manneken, zult gij den Heeren, uws Gods, zult gij ze jaar op jaar eten in de plaats, die de Heere zal verkiezen, gij en uw huis. Voor het aangezicht des Heere, uw God, niet offeren; Doch als enig gebrek daaraan zal zijn, hetzij mank of blind, of enig kwaad gebrek, zo zult gij het den In uw poorten zult gij het eten; de onreine en de reine te zamen, als een ree, en als een hert, Zijn bloed alleen zult gij niet eten; gij zult het op de aarde uitgieten als water.
Ga naar hoofdstuk 14 of hoofdstuk 16.