Amos 7:1-3
Het gezicht der sprinkhanen
1 De Heere Heere deed mij aldus zien; en ziet, Hij formeerde sprinkhanen, in het begin des opkomens van het nagras; en ziet, het was het nagras, na des konings afmaaiingen.2 En het geschiedde, als zij het kruid des lands geheel zouden hebben afgegeten, dat ik zeide: Heere Heere! vergeef toch; wie zou er van Jakob blijven staan; want hij is klein!3 Toen berouwde zulks den Heere; het zal niet geschieden, zeide de Heere.
Ga naar hoofdstuk 6 of hoofdstuk 8.