Bijbelboeken

2 Kronieken 13:10-13

Joas koning van Israël

Maar ons aangaande, de Heere is onze God, en wij hebben Hem niet verlaten; en de priesters, die den Heere dienen, zijn de zonen van Aaron, en de Levieten zijn in het werk. En zij steken aan voor den Heere brandofferen, op elken morgen en op elken avond, ook reukwerk van welriekende specerijen, nevens de toerichting des broods op de reine tafel, en den gouden kandelaar en zijn lampen, om die op elken avond te doen branden; want wij nemen waar de wacht des Heeren, onzes Gods; maar gij hebt Hem verlaten. Daarom ziet, God is met ons aan de spitse, en Zijn priesteren met de trompetten des geklanks, om tegen u alarmgeklank te maken; o kinderen Israels, strijdt niet tegen den Heere, den God uwer vaderen, want gij zult geen voorspoed hebben. Maar Jerobeam deed een achterlage omwenden, om van achter hen te komen; zo waren zij voor het aangezicht van Juda, en de achterlage was achter hen.

Ga naar of .


Toon nummering: naast | in tekst | niet